Thailand reis 2024: Ko Phayam, eerste deel

8 februari 2024 - Ranong, Thailand

Gisterochtend laat ik mijn backpack in het hotel en vertrek ik voor een dag en een nacht naar het eiland Ko Phayam. Ranong als stad is niet zo heel veel bijzonders en dat is ook helemaal oke: leuk genoeg om even een paar uur rond te slenteren en voor de rest gebruik ik het als uitvalsbasis voor bestemmingen in de buurt. Aanvankelijk zou ik naar een van de hot springs gaan, maar toen bleek dat er twee eilanden - waarvan eentje dus Ko Phayam - goed te bereiken waren leek me dat een nog leuker plan. Het relatief nieuwe Galla Hotel in Ranong wordt ook genoemd in de Lonely Planet en doet me erg denken aan de zakenhotels waar ik vorig jaar in Japan veel te vaak verbleef: prijs / kwaliteit erg goed maar je bent erg op jezelf.

Ik neem alleen mijn kleinere rugtas mee met het hoognodige; boek, paspoort, geld, dunne broek, oplader - de rest laat ik bij Galla. Het kost me trouwens gisteren wel de nodige moeite om dat aan het verstand te peuteren van de receptionist in kwestie want ook als je in een duurder hotel bent is een basiskennis Engels blijkbaar geen vereiste. Maar alles goed en wel, de tuktuk of hoe zo'n ding ook heet (motor met ijzeren cabine er aan vast gemonteerd) is keurig op tijd en ik sta vrij vlot bij het haventje van Ranong. De Thai en hygiene / afvalverwerking: het is geen gelukkig huwelijk. Het stinkt ook hier een uur in de wind en ik ben dankbaar dat ik hier maar kort hoef te wachten. Het is zeker in vergelijking met die haventjes van Ko Kut en Ko Mak een sfeerloos betonnen onding.

Samen met een Belg (die aan mijn Engelse accent hoort dat ik Hollander ben want uiteraard) en nog een paar Thai gaan we per speedboot naar het eiland toe. Bootjevaren blijft leuk, ben blij dat ik het deze vakantie vaak heb gedaan. MInder prettig; nog voordat we op het grote water belanden, varen we kort door een moeras achtig landschap. En ook hier in de natuur: zo ontzettend veel troep overal. Hoe leuk ik het ook vind en hoe blij ik ook ben dat ik in Thaiand ben: het is prachtig maar mede door dit soort problemen absoluut niet zaligmakend. 

Het tochtje duurt niet lang helaas, ik denk rond de drie kwartier, of zelfs nog minder. Over het eiland lees ik in de Lonely Planet dat ook dit eiland grotendeels per brommer moet worden verkend - iets wat ik nog altijd weiger te doen en waarover ik vandaag in mijn gelijk bevestid word, daarover later meer - maar de kustlijn is gelukkig vlak. Het is vanaf de pier tot mijn resort precies tien minuten lopen - een leuke route en - net zoals in het dorpje zelf - genoeg te zien qua zowel lokale Thai als toeristen. 

De receptionist van het Nitiporn Resort (ik moet toch eens opzoeken wat 'porn' in deze omstandigheid betekent want er zit of zat in Rotterdam ook een Thais restaurant met de naam Siriporn) is volgens mij een ladyboy en een van de beste receptionisten die ik deze vakantie heb meegemaakt. Een vrij fors figuur - het zorgt op de een of andere manier er extra voor dat hij / zij sterk aanwezig is - spreekt vlekkeloos Engels en blijft zakelijk zonder onaardig te worden. Het is een uurtje of tien in de ochtend op dat moment, ik kan pas vier uur later inchecken - helemaal goed joh, ik vermaak me wel op het eiland. 

Iets verderop zit een koffietentje, op een hoek onder bomen aan het strand, zit een koffietentje. Koffietentjes in Thailand staan bij mij synoniem voor even bijkomen van de hitte zonder plichtplegingen en een (ijs)koffie drinken voor een lage prijs. De rotzooi in de rest van de straat in acht nemend: een ijskoffie aan het strand, onder de palmbomen - iets meer Instagramwaardigs bestaat niet. Ik vermaak me, ben ontspannen. Ik hoef er ook niet langer dan een dag te zijn op zo'n eiland maar voor een dag is het leuk. Zodra ik wil opstaan en betaald heb word aangesproken door een Thais meisje van ergens in de twintig dat daar met haar moeder ook op het terras zit: of ze wat aan me mag vragen. Dat mag ze, en ik heb toch alle tijd van de wereld dus ik ga weer zitten. 

Ze is benieuwd hoe ik als buitenlander bij dit eiland terecht ben gekomen: blijkbaar is dit eiland ook onder de Thai vrij onbekend. Het meisje is oprecht benieuwd, heeft niet die opdringerigheid van sommige andere locals. Ik blijf een tijdje met haar praten, en zeg dat ik op zoek ben naar een fiets omdat ik geen rijbewijs heb. Ze wil me graag helpen en ze loopt met me mee het dorpje in en vraagt hier en daar na: altijd handig om een local bij je te hebben. Nergens een fiets te huren helaas, ook niet bij het winkeltje wat de receptionist van Nitiporn me aanraadde. 

We komen aan bij een gezin en zij weten misschien nog wel een adresje; ik mag bij de vader des huizes - niet veel ouder dan ik dat ben - achterop de scooter. Er zitten hier twee nadelen aan: ik moet achterop de scooter - nadeel 1 - en nadeel 2 is dat het een vreemde is. Het is gelukkig nog vroeg en overal bedrijvigheid, ik bedenk me ook dat het raar moet lopen dat hij gekke dingen doet. Het is indirect ook een manier voor mij om iets meer van het eiland te zien dan alleen maar de kustlijn en ook hier blijkt: fietsen is hier lastig met alle heuvels in de hitte. MIjn chauffeur vraagt het tot twee keer toe na bij een winkel, maar geen succes. 

Dan vind ik het toch wel erg spannend worden als hij een afslag neemt van de hoofdweg en ik 'm iets hoor zeggen over 'get beer' hoor praten. Ik vraag 'm te stoppen, maar we rijden door en zodra we weer bij de hoofdweg zijn geef ik mezelf een uitbrander: hij zei helemaal niks over 'get beer' maar 'get to the pier'. En kort daarna sta ik gewoon veilig in het centrum van de nederzetting. Dus. 

Ik slenter wat langs het water onder de bomen door en kom langs een restaurantje waar ook 'vegetarian food' staat - het  restaurant wordt gerund door twee Thaise moekes en het ziet er ook voor mijn begrippen niet chique uit maar de prijzen zijn laag en er is schaduw. En wat blijkt: het gember / tofu / groenten gerecht is waanzinnig lekker. Ik zeg enthousiast tegen hun naar waarheid dat het veel beter is wat ik gisteren in Ranong at.

Na het eten loop ik verder rechtdoor, er schijnt ergens een tempel te zijn. Ik had al in 2015 genoeg tempels gezien voor de rest van mijn leven maar nu ik toch tijd zat heb: waarom niet? Zodra ik een foto wil maken van een mooie boom raak ik in gesprek met een Fransman met wie ik ter plekke besluit op te trekken. Die trekt al een tijdje rond en is ook nog wel even onderweg, het is een grappige vent. We verwonderen ons allebei over het Boeddhisme, iets waar ik sinds mijn stilte retraite in 2015 een mening over heb ontwikkeld die ik voor de zekerheid niet direct deel, voor mijn eigen veiligheid. Gelukkig blijkt hij mijn mening te delen: hoe mooi die gigantische Boeddha ook is, het is natuurlijk van de zotte dat een straatarm land zoveel geld steekt / moet steken in dit soort verering. Iets verderop is zelfs een levensgroot beeld te zien van een ordinaiire monnik.

(tussen haakjes; ik vind het Boeddhisme in de basis heel goed, de uitvoering en de mensen heel fout. Iets meer daarover in de volgende alinea, de rest in een 1 op 1 gesprek wie daar meer over wil weten)

De Fransman en ik zijn het eens: het Boedhisme is wel degelijk een religie ook al zegt men van niet en dat de monnikken zich zo superieur gedragen tegenover vrouwen is natuurlijk schandalig (in 2015 tijdens de stilteretraite kreeg ik een les waarin gezegd werd dat wanneer een vrouw verkracht wordt het haar eigen schuld is - de schokgolf die door onze groep heen ging vergeet ik nooit meer). We zijn ook benieuwd wat alle monnnikken in tenten doen in het bos achter het grote beeld: later hoor ik dat er een Boeddhistisch festival is, wat de drukte verklaart bij de tempel waar we langskomen. Wanneer we een monnik lui in zijn hangmat zien liggen zegt de Fransman: 'He's probably looking at the same shit on his phone as we do'. 

Ik vind het wat te warm worden en neem pauze bij het Family Resort iets verderop, de Fransman heeft nog wat tijd te doden tot zijn ferry naar het vaste land gaat en loopt door. Lang verhaal in het heel kort: het Family Resort wordt gerund door een Thaise vrouw en haar Nederlandse man Henk van begin 70. Hoe we erbij komen is een te lang verhaal om uit te leggen maar wat ik een erg grappig detail vind: het huis in Maassluis waar Henk jarenlang woonde is in de Nederlandse film Spetters te zien - mede door het tijdsbeeld van 1979 een van mijn favoriete Nederlandse films.

Het is weer een gigantisch lang verhaal en er komt nog veel meer aan, maar ik heb morgenochtend een lange busreis naar Bangkok en ik moet mijn tas nog inpakken en het is laat en ik ben gaar. Misschien dat ik er aan toe kom morgenavond om het af te maken, misschien niet, maar ik denk het wel. Zaterdag terug naar huis!

2 Reacties

  1. DEES:
    8 februari 2024
    Goed verhaal weer Maarten, alvast sterkte met de lange busreis morgen en laatste dag Thailand; zaterdag weer huiswaarts , safe travels !
  2. Mam:
    8 februari 2024
    Hoi jongen. En ik heb weer genoten van je schrijfsel.goede en behouden thuisreis.tot
    zaterdag.😃

Jouw reactie