Waar Ik Over Praat Als Ik Over Reizen Praat: Taiwan

8 augustus 2018 - Rotterdam, Nederland

Het mooiste van Taiwan was dat elke dag daar veel langer leek te duren. Ik was daar maar 15 dagen, en misschien dat die gedachte er onbewust voor zorgde dat ik op dag #2 al het gevoel had dat ik er al veel langer was. Taiwan ging zo makkelijk, zo gemoedelijk, zeker in vergelijking met het gedoe van Sri Lanka het jaar daarvoor. 

Taiwan kwam voort uit de wetenschap dat ik bijna op mezelf zou gaan wonen en - dacht ik - geen geld meer zou hebben om daarna ver op reis te gaan. Nog één keer ver weg, naar een onbekender land. Taiwan dient zich aan als Marit er blijkt te wonen, iemand die ik nog ken van een Parade Amsterdam jaren geleden. Ik ga wat googelen, en het blijkt dat het wat duurder is dan Thailand of Sri Lanka maar nog steeds goed te doen. Zuid-Korea staat ook op mijn lijst maar te groot en ook te prijzig. In bijna een opwelling besluit ik het ticket te boeken, bij mijn tantes reisbureau. Taiwan, ik heb geen idee wat ik moet verwachten.

Vanaf het vliegveld naar mijn hotel heb ik nog even contact met een Nederlander, maar zodra die weg is en ik vanuit het metrostation naar boven moet: nu begint de actie, nu moet ik zonder hulp van Google Maps of papieren landkaart uit zien te vinden hoe ik bij mijn hostel kom. Het is zo'n lekker gevoel. Er zijn heel veel dingen die ik niet durf die voor sommigen een stuk minder eng zijn, dit is heerlijk. Binnen een kwartier ben ik binnen, na een korte wandeltocht door een verbluffend schoon Taipei.

Dat was Taiwan ook: het is zo'n schoon land in vergelijking met de rotzooi in zeker een stad als Kandy in Sri Lanka. Niet dat ik wil weten hoe sterk de smog daar is, maar de straten waren keurig. 

Na twee prima nachten in dat hotel in Taipei heb ik een hostel ter grootte van een kledingkast in een ander gedeelte van de stad, maar ik neem het voor lief want toch maar voor één nacht: daarna is het verkassen naar Hualien City in het oosten van het land, op een afstand van 2,5 uur met de trein. Vanaf het station loop ik er in een wijde cirkel omheen in plaats van een rechte lijn - het is in werkelijkheid 5 minuten lopen, ik doe er een half uur over. 

In het Ni Hao Hostel word ik een versie van mezelf die ik leuk vind, aangestoken door het ontzettend goede gezelschap wat ik daar tref in de vorm van eigenaresse Sasha - toevallig van oorsprong een Oekraïense - en vrienden en vriendinnen van haar. Mensen die je pas een half uur kent en bij wie het lijkt alsof je er al jaren over de vloer komt, zoiets. Hualien is ook een fijne stad: mijn tourgids de volgende dag naar natuurgebied Taroko George spreekt geen woord Engels maar de uitzichten zijn mooi.

En de stinky tofu, oh die stinky tofu. De eerste keer wilde ik het perse proberen, daarna ben ik er per ongeluk nog twee keer ingetrapt en elke keer die walm op straat die regelrecht je neus in wordt geramd als je langs een stinky tofu tent loopt. Het is goor, maar de herinnering is elke keer weer een grijns waard.

Tainan was de prachtige tempelstad in het zuiden, gezien in het gezelschap van een Frans backpackersmaatje die aangenaam gezelschap was voor zo lang het duurde. Hoogte- en dieptepunt was het prachtige rare Salt Museum, het beginscherm van Rollercoaster Tycoon zoals ik het noemde. Twee uur lang in de bus zitten voor... Eigenlijk niks. Hoe dit ooit winstgevend wordt of mensen gaat trekken: ik ben ontzettend benieuwd.

Ik wil deze blogs nooit te lang maken voor de leesbaarheid maar wellicht... Misschien dat er binnenkort nog een vervolg komt hier op. Maar Taiwan, ik raad je aan iedereen aan.

2 Reacties

  1. Lilian:
    8 augustus 2018
    Weer een mooi verhaal Maarten👍
  2. Mam:
    8 augustus 2018
    Natuurlijk weer leuk je reisverhaal te lezen. Blijf het maar doen. ✈