Sri Lanka: twee keer klimmen & doorzetten tot het einde

22 september 2016 - Trincomalee, Sri Lanka

Heel veel te vertellen. Zat niet lekker in mijn vel dus geen zin om te bloggen. 

Een paar goeie dagen achter de rug bij de homestay in Kandy waar mijn moeder en ik eerder waren. Minder leuk is dat een plekje bij mijn voet is gaan ontsteken en ik een paar keer op een neer naar de kliniek moest, maar de familie helpt me erg goed. De laatste avond laat ik aan een van de zoons 'Amsterdamned'  van Dick Maas zien: gaat het aanvankelijk wat moeilijk want kleine ondertitels & slechte ogen, uiteindelijk is hij dolenthousiast.

Er zijn plannen dat ik met vrienden van de zoons een stuk ga wandelen door de jungle, maar dat gaat twee keer niet door. De eerste keer gooit mijn voet roet in het eten, de tweede keer zijn de vrienden niet beschikbaar. Die eerste keer gebruik ik om alvast een slaaplek te zoeken voor als ik naar de hondjes ga: vanaf 3 oktober heb ik voor zes nachten in elk geval een slaapplek voor een aardige prijs.

De andere dag besluit ik zelf het initiatief te nemen en een dagtrip te ondernemen naar de Dambulla Cave Temples, een van de must-sees van Sri Lanka. Niet onaardig, maar ik geniet vooral van de tocht er naar toe (hoewel ik het idioot luide en vieze verkeer niet ga missen) en de klim de berg op. Ik heb een leuke tuktukchauffeur die er niet moeilijk over doet als ik 100 rp bied voor het (korte) tochtje van de bushalte naar de Cave Temple, inplaats van de gevraagde 150 rp. 

Eergisteren ben ik aanbeland in Sigirya, beroemd vanwege de iconische Lion's Rock. Die vind ik te duur en te hoog, dus ik ga voor de Pidurganala Rock, het kleine  broertje van de Lion's Rock die me ook enthousiast wordt aangeprezen door de zoons in het homestay in Kandy. Is niet alleen een stuk goedkoper, maar ook een stuk minder toeristisch en uitdagender: het laatste gedeelte heeft geen trap en dat wordt toch echt klimmen.

Dat laatste had ik niet doorgezet als ik niet in het gezelschap was geweest van twee Australische meisjes van mijn leeftijd (Meg & Meg) die aan klimmen gewend zijn. Mijn hoogtevrees speelt lichtelijk op en 127 Hours spookt enigszins door mijn hoofd, maar ze moedigen me aan en ik bereik toch de top. Met inderdaad een adembenemend uitzicht en de beste ervaring van Sri Lanka tot nu toe. Wauw. 

In Sigyria heb ik voor twee nachten onderdak bij Nilmini Lodge, een guesthouse dat ondertussen al zo'n 45 jaar (!) bestaat. De eerste avond verveel ik me rot - Sigyria is in feite niet meer dan een lange autoweg met in de zijstraten wat huizen en vooral veel toeristenrestaurants - maar de tweede avond doezel ik weg in een hangmat die daar in de tuin hangt. Half naar wat muziek luisteren, een pagina in mijn boek lezen en hier en daar een eekhoorn en een aap voorbij zien schieten. Als ik ooit nog op mezelf ga (verantwoordelijkheden thuis, ik durf er niet aan te beginnen) wil ik mijn hangmat uit Suriname echt ophangen want dat slaapt zo ontzettend lekker.

Nu in kustplaatsje Trincomalee, in het noord-oosten. Een vreselijk ongastvrij hotel waar ik gelukkig maar 1 nacht hoef te blijven: morgen moet ik noodgedwongen verkassen naar een ander hotel in dezelfde stad. 

Ik neem me nog steeds voor om meer te vertellen over het dagelijks leven hier in Sri Lanka, komt er hopelijk snel aan! 

2 Reacties

  1. Krimpenp:
    22 september 2016
    Kom kom, het is de Mount Everest niet!
  2. Jocelyn:
    22 september 2016
    nou dan een 2persoons hangmat dan kan nicole er ook bij misschien duf je dan wel uit huis te gaan