Sangkhlaburi

23 maart 2015 - Chiang Mai, Thailand

En dan is 'ie er weer, na ongeveer een week: de reisdip. Ik ga weer duidelijker aftellen tot 6 april en ik weer naar Bangkok ga, ik irriteer me meer, ik ben gewoon moe. Het is nog geen twee weken geleden dat ik uit het klooster kwam en er is in de tussentijd zoveel gebeurd. Inderdaad, ik heb hier een luxeprobleem.

Ook in Kanchanaburi heb ik een paar hele leuke dagen gehad. Nadat ik mijn laatste blog schreef ging ik met de twee Groningse meisjes naar de night market. Ik heb ondertussen zoveel night markets gezien dat ik nergens meer echt van onder de indruk ben wat dat betreft, maar het blijft toch altijd leuk om over rond te lopen. Minder leuk is trouwens dat ik drie hele hondjes in een veel te kleine kooi in de verkoop zie staan en een otter als huisdier in een nog kleinere kooi.

Die avond heb ik gierende trek; vanwege mijn bezoek aan de Hellfire Pass eerder die dag had ik sinds de ochtend niets gegeten. Als we bij de night market aankomen en ik mijn boekje met in het Thais geschreven 'ik ben vegetarier maar eet wel ei' laat zien zegt de vrouw achter de kraam in goed Engels dat alles bij haar vegetarisch is en zonder ei. Veganistisch dus. Ik neem een kleine portie noodles en een kwartiertje later nog een iets grotere portie pad thai die erg lekker is.

Als we teruglopen naar het hotel loop ik prompt weer Friso van ElephantsWorld tegen het lijf met een groep tijdelijke vrijwilligers, een paar mahouts en bedrijfsleider Bart die mijn kapotte voet toen zo goed verzorgd heeft.

De volgende ochtend neem ik met pijn in het hart afscheid van het BlueStar Guesthouse en vertrek op de bonnefooi naar Sangklaburi, te bereiken met dezelfde bus die ik naar de Hellfire Pass nam alleen dan nog een uur of drie langer reizen. Zelfs met airco is het gloeiend heet in de bus. We maken een tussenstop van drie kwartier bij Thong Pa Phum, een plaatsje wat ik vanwege een mooie tempel in de bergen nog had overwogen om te bezoeken, maar wat me wordt afgeraden van meerdere kanten want nogal saai. Ik zie een hond in een klein kooitje staan zonder schaduw en vloek weer inwendig. Een Thaise student van 31 neemt me even onder zijn hoede; hij is de enige die me kan vertellen hoe lang we stoppen.

Van een winkelier krijg ik een tros bananen gratis, die ik aanvankelijk weggeef aan een oude man naast me maar waarvan ik er toch nog twee neem op het moment dat we Sangklaburi naderen en ik door het op en neer gaan in de heuvels + de gigantische hitte bijna misselijk word. Twee bananen helpen verbluffend goed.

Het uitzicht op het Khao Laem Reservoir is trouwens prachtig en op dit soort momenten ben ik blij dat ik mijn Lonely Planet nog altijd gebruik. Daar staat ook in om het P Guesthouse met het uitzicht te nemen maar wel ruim van te voren te boeken omdat het snel vol wordt. Ik heb niet geboekt en er wordt me ook nogal bot medegedeeld dat ze vol zijn. Een groep Aziatische studenten mag er wel in. Ik schiet in de stress. Twee Westerse toeristen raden me aan om gewoon even de weg op te lopen want genoeg guesthouses.

Ik vraag na bij een plek die 'Grandma's Laundry' heet, en wordt verwelkomd door een vriendelijke Thaise vrouw die PamPam heef, of iets van gelijke strekking. Het is een kamer van niks en een badkamer van niks voor 250B, maar ik vind het allang best dat er een kamer is. En de sfeer is landelijk en gezellig. Er schijnen nog wat andere Westerlingen rond te lopen, waaronder de Belgische Laura.

Mijn ogen worden zwaar na een nachtelijke busrit, ik ga mijn hotel hier in Chiang Mai weer opzoeken. Nog erg veel te vertellen...

 

1 Reactie

  1. Ron:
    23 maart 2015
    Lekker uitrusten, heb je wel nodig. En ja het is een land waar de natuur prachtig is, o.a. de vogels echter dierenleed komt daar helaas ook veel voor en dat vinden wij niet normaal.
    Hou je taai! grt Yvon & Ron